> > >
Jan Campert
Adieu
De zomer is al haast voorbij,
adieu, mijn lief verloren...
de wind jaagt achter wolken aan,
adieu, mijn uitverkoren...
Het Haagse oudjaar is al 75 jaar een spannende avond. Wordt het een rustige nacht of zijn er toch ongekende rellen? De cameraploegen van de nieuwsrubrieken waren vooral in de jaren 1980 op oudejaarsavond altijd in de stad om ongeregeldheden te filmen.
Peter Berger
Lama's
Ik zag ze, op weg zijnde
naar Wassenaar
en zie ze nog deinen
door het verloren geraakte gedichtje
ter plekke op het verdwenen suikerzakje
Peter Berger
Zomer in Scheveningen (1962)
De boten van mijn jeugd
deinen op de horizon,
ze trekken hun rook
aan tedere rukjes mee,
soms zitten ze minutenlang stil
als duiven op een huis van water,
W.A.P. Smit
Weerzien met Den Haag
Ginds heft de oude Jacobstoren
zijn grijze kantwerk aan de lucht,
bescheiden en welhaast verloren
temidden van het stadsgerucht.
Al eeuwenlang doet in Loosduinen een merkwaardige legende de ronde. Gravin Margaretha van Henneberg zou er op Goede Vrijdag 1276 in één keer het leven hebben geschonken aan 365 kinderen. Dit sprak zo tot de verbeelding dat vrouwen uit heel Europa er graag een lange reis naar de voormalige tuindersgemeente voor over hadden.
Anoniem
In Den Haag daar woont een graaf
In Den Haag daar woont een graaf
En zijn zoon heet Jantje.
Als je vraagt: Waar woont je pa?
Dan wijst hij met zijn handje.
Gerrit Achterberg
Du vieux Doelen (1953)
Het kijken van voorbijgangers braveren.
Doen of ik iemand ben bij elke stap.
Zoals ik deed als knaap en voor de grap,
om mij daarmee allure aan te leren.
Gerrit Achterberg
Bijenkorf (1953)
Stippen bewegen in een oertoestand.
De mensen gisten om u op te brengen
met vitusdansen. Hogepriesters plengen
een nieuwe odeur. Het reukoffer brandt.
Gerrit Achterberg
Passage (1953)
(Dit sonnet siert de gevel van de rotonde in de Passage)
Den Haag, stad, boordevol Bordewijk
en van Couperus overal een vleug
op Scheveningen aan, de villawijk
die kwijnt en zich Eline Vere heugt
Gerrit Achterberg
Gerzon (1953)
De ogen blinken en de wangen gloeien.
Een zachte brand staat om de handen heen.
Wie winkelt wordt gegadigde meteen,
want het geringste kan de aandacht boeien.
Gerrit Achterberg
Galeries Modernes (1953)
De diepten van de warenhuizen in
ben ik op weg gegaan om u te vinden.
Ik laat mij door de menigte opwinden
tot zachte haast en voetenschuifelen.
Gerrit Achterberg
Gemeentereiniging
De kelder van de morgen ingedaald,
zet ik eerste voetstappen op de straat.
Er is met gisteren geen rode draad.
Ge hebt me bij de deur niet afgehaald.
Gerrit Achterberg
Noordeinde (1963)
Ik loop in doodvakantie door Den Haag.
Het uitgestalde wordt mijn eigendom.
De dorst naar u slaat op de wereld om
zonder dat ik de dingen overvraag.
Een van de meest stabiele gezichten van de Grote Marktstraat was sinds het begin van de 21e eeuw een Neil Young-achtige gitarist. Zijn naam was Charles Edward Deely II, bijgenaamd Chuck.
De joodse koopman Jacob Simons (1845-1921) was nog maar 23 jaar toen hij in de armenraad in Den Haag werd benoemd. Hij stichtte een aantal jaren later een hofje voor arme joodse Hagenaars.
Ten tijde van Willem II en Anna Paulowna rond 1820 was de paleistuin veel groter dan tegenwoordig. De koninklijke tuinen besloegen een enorm gebied. Willem II had verschillende stukken grond in :Den Haag gekocht, waaronder Houtrust, Hanenburg, Kranenburg,Valkenbos, Meerdervoort, Buitenrust, Rustenburg en Sorghvliet. Het totale gebied was meer dan 600 hectare groot.
We hebben 54 gasten en geen leden online