Aan het begin van de twintigste eeuw ontstond een discussie over welke straatnaam er eerder was. En belangrijker nog, welke naam was de juiste; de Laan van Nieuw Oost-Indië in Den Haag of de Laan van Nieuw Oosteinde in Voorburg.
![]() |
De nog landelijke Laan van Nieuw Oost-Indië in het Haagsche Bos in 1890. |
Ontstaan
Sinds mensenheugenis liep door het Haagse Bos een oude grafelijke route. Hier sloot sinds 1400 de Wervelaan op aan. Deze weg liep rechtstreeks naar Huis de Werve in Voorburg (nu Park de Werve).
In de buurt van de Oostelijke boschsloot in het Bezuidenhout bevond zich sinds 1686 een herberg en uitspanning Nieuw Oost-Inje. In 1752 kwam het uithangbord voor het laatst voor, waarna de buitengelegenheid in twee percelen werd gesplitst. Vanaf dat moment had de weg twee namen; Wervelaan en Laan van Nieuw Oost-Indië. De laan liep door Den Haag en Voorburg. In het Voorburgse deel werd de weg echter Laan van Nieuw Oosteinde genoemd.
Oude Tol
Aan deze belangrijke weg kon geld verdiend worden, en zo werd op 6 augustus 1658 een tolhuisje geplaatst. De Staten van Holland en Westfriesland hadden hiervoor octrooi verleend. De bekende Jacob Cats in zijn functie van grootzegelbewaarder der Staten en der grafelijkheid Holland had zijn handtekening gezet.
De volgende 270 jaar (tot augustus 1928) moesten alle voorbijgangers een doorgangsbedrag aan de tollenaar betalen.
De Tol stond lange tijd op de oude grens van Den Haag en Voorburg, op de kruising van de Schenkkade en de Laan van NOI. Op 16 juli 1907 werd de stadsgrens verschoven naar de huidige plek, net voorbij het treinviaduct.
Het tolgeld werd geïnd door de Maatschappij Laan van Nieuw Oost-Indië. Het is echter opvallend dat de tarieven welke in het octrooi werden aangegeven in 270 jaar nauwelijks wijzigden. Ze werden zelfs verlaagd. In het octrooi uit 1658 werd bepaald dat een persoon te voet 5 cent diende neer te tellen, terwijl dit in 1920 nog slechts 2 cent kostte.
Bovenop de rechter kolom van het tolhek was een sierlijk houten huisje aangebracht waarin een bel hing. Een klant die voor het gesloten hek stond, kon met deze bel de tolgaarder in het naastgelegen huisje waarschuwen.
Steeds drukker
In het eerste decennium van de 20e eeuw kreeg de oude tolweg concurrentie van de nieuwe en tolvrije Koningin Wilhelminalaan (Voorburg), aan de Haagse kant aansluitend op de Tweede Adelheidstraat.
![]() |
De tol aan de Laan van Nieuw Oost-Indië gezien vanaf de Voorburgse kant. Het gebouw links, achter de bomen, was het Tolhuis. Deze foto werd in 1927 genomen. |
Vanaf de eerste dag dat het tolgeld opgeheven werd, werd het zeer druk bij de smalle doorgang. Alleen vanuit Voorburg mochten auto's en motorrijwielen van de weg gebruik maken. In de richting Voorburg was de Koningin Wilhelminalaan de aangewezen route voor deze categorie weggebruikers.
De Laan van Nieuw Oost-Indië ontpopte zich in snel tempo tot een verkeersweg van internationale allure, en werd zo onderdeel van de grote verkeersweg A-Utrecht- Scheveningen.
![]() |
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de laan van NOI in maart 2016. |
Ministerie
In 1990 betrok het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nieuwbouw bij het station Laan van Nieuw Oost-Indië. Het gebouw werd ontworpen door H. Hertzberger.
Het Javagebouw van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ligt aan de andere kant van de straat. De hoofdentree wordt gemarkeerd door een betonnen poort.
![]() |
Het station Laan van Nieuw Oost-Indië werd in 1907 neergezet. Deze foto werd in 1976 vlak voor de sloop gemaakt. |
Station
Op 1 mei 1907 werd het station van de Z.H.E.S.M. geopend. Het eenvoudige lage haltegebouw aan de voet van de spoordijk gaf toegang tot de tunnel naar de perrons. Dit station was belangrijk voor de ontwikkeling van het Bezuidenhoutkwartier omdat de wijk hierdoor ook goed bereikbaar werd voor Rotterdamse zakenlieden die zich dan ook met velen in de wijk vestigden.
Het stationnetje werd stapsgewijs aanzienlijk uitgebreid. Het huidige station dat op 15 november 1977 werd opengesteld, ligt aan de Anna van Hannoverstraat en telt maar liefst zes sporen. In 1977 werd tevens de naam veranderd van Station Laan van Nieuw Oost-Indië in Station Den Haag Laan van NOI omdat de naam anders te lang zou worden.
In 2000 werd het station weer verbouwd zodat alle perrons met liften te bereiken werden. Een paar jaar later werden de perrons aan de kant van het stationsgebouw aangepast aan de metro- en sneltramstellen van RandstadRail.
![]() |
De Laan van NOI tussen de Theresiastraat en de Willem van Outhoornstraat in 1945. Op de hoek de ruïne van Slagerij Slootweg. |
Bombardement
Aan het eind van de oorlog probeerde Hitler met vliegende bommen de oorlog de goede kant op te sturen. Vooral Londen en Antwerpen hadden zwaar te lijden van de aanvallen met deze V-2's. De verplaatsbare Duitse installaties stonden onder andere in Den Haag.
De geallieerden (Engelsen en Amerikanen) wisten dat de lanceerinstallatie in het Haagse Bos verstopt stond. Om verschillende redenen vlogen op 3 maart 1945 de bommenwerpers het bos voorbij en lieten hun bommen vallen op het Bezuidenhout. Een groot deel van het Bezuidenhout en een stuk van de wijk Voorhout werden verwoest en meer dan vijfhonderd mensen kwamen om het leven.
![]() |
De restanten van de bebouwing aan de Laan van Nieuw Oost-Indië in 1952. Deze foto werd vanaf de Theresiastraat richting de Willem van Outhoornstraat genomen. |
Wederopbouw
Na de tweede wereldoorlog begon Den Haag voortvarend met het herstel van de oorlogsschade. Tijdens deze wederopbouw was de architectuur over het algemeen sober en doelmatig, maar wel met veel aandacht voor details en ornamentiek. Opvallend is vooral het gebruik van betonnen raam- en deuromlijstingen. Verder zijn er de kleine reliëfs boven de ingangen en bij de daklijsten.
De architect Dudok wees de Laan van Nieuw Oost Indië, de Bezuidenhoutseweg, de Prins Clauslaan, de Juliana van Stolberglaan en de Schenkkade als de belangrijkste verkeerswegen aan. Dit bezegelde definitief het lot van de ooit zo rustieke en lommerrijke Laan van NOI.
Christus Triumfatorkerk
Op de hoek van de Laan van Nieuw Oost-Indië met de Juliana van Stolberglaan was een rust- en herstellingsoord voor dames en jonge meisjes gevestigd. Dit huizenblok werd tijdens het fatale bombardement in 1945 vernietigd.
In 1957 werd een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerp van een kerk, een pastorie en een kosterswoning. De wedstrijd werd gewonnen door de Wassenaarse architect Geert Drexhage. De vrijstaande toren vornde in zijn ontwerp een markant stedenbouwkundig baken.
Ook voor de naam werd een prijsvraag uitgeschreven. De winnende naam, Christus Triumfator, verwijst naar het Bijbelboek Openbaringen 6:2: "en ik zag, en zie, een wit paard en die er op zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen". Jezus rijdt in deze tekst als een zegevierende triomfator rond en verkondigt de overwinning door het eeuwige evangelie.
Op 21 maart 1962 werd de kerk officieel in gebruik genomen.
![]() |
Achter de Laan van Nieuw Oost-Indië werd in 1895 een sportterrein gebouwd dat alweer in 1905 werd opgeheven. Het gebouw in het midden van de foto staat nog steeds op de hoek met de Theresiastraat. |
Sportvelden
De sportbeoefening kwam aan het einde van de negentiende eeuw ook binnen het bereik van de gewone man. Hierdoor werd de behoefte aan een sportpark steeds groter. Achter de Laan van Nieuw Oost-Indië, begrensd door de huidige Theresiastraat, Hendrik Zwaardecroonstraat en Juliana van Stolberglaan werd daarom in 1895 het Nederlandsch Sportpark gebouwd.
Het was een groot complex, waar toen al uitgebreid aan atletiek, wielrennen en paardensport werd gedaan. Er was een groot sportveld, omgeven door een sintel- en wielerbaan, waar grote sportfiguren, zoals Cordang en Jaap Eden triomfen vierden.
Het hoofdgebouw aan de Theresiastraat met een biljartzaal, een kegelbaan, een vestibule, orkestruimte en een café-restaurant leek meer op een herensociëteit dan op een sportkantine. De bekende architect Johan Mutters Jr. had de grote zaal overspannen tot 11½ meter hoogte. De achterzijde was vooral glas, met uitzicht op de baan en velden. Het was een sportcomplex in overgangsarchitectuur.
![]() |
Het hoofdgebouw van het Nederlandsch Sportpark op de hoek van de Theresistraat en de laan van Nieuw Oost-Indië. Boven de ingang is het oude reclamebord van J.M. Washington zichtbaar. |
De Zuid-Hollandsche Manege hield het vol tot 1925. De paarden van de beroemde ruiter Jack M. Washingtons werden toen vervangen door de auto's van H. Englebert.
Op de plaats van het sportpark zijn de Johannes Camphuysstraat (1906) en de Hendrik Zwaardecroonstraat (1909) aangelegd.
Naamsverwarring
Voor de negentiende eeuw kon een straat in de volksmond meerdere namen hebben. Zo heette tot in de achttiende eeuw de weg Wervelaan maar ook Laan van Nieuw Oost-Indië. In de een Franstalige resigids, Guide de la
In het boek "Lesjes voor de jeugd", uit 1820 heeft men het op bladzijde 46 over: "De Bezuidenhoutsche weg, ten Oosten der stad, benevens de laan van Nieuw-Oostindien, waarmede men naar Voorburg, het oudste dorp van Holland, gaat".
In het begin van de 19de eeuw dacht het Haagse stadsbestuur echter dat het Haagse deel van de straatnaam verbasterd was. De naam werd daarom gelijk getrokken met het Voorburgse deel; Laan van Nieuw Oosteinde. De volksmond bleef echter spreken van de Laan van Nieuw Oostinje. In 1894 besefte men hoe de vork in de steel zat en wethouder M.C.W. baron du Tour van Bellinchave corrigeerde de naam weer naar Laan van Nieuw Oost-Indië.
Bordewijk
De bekende schrijver F. Bordewijk ging na zijn huwelijksreis met Johanna Roepman in 1914 op de Laan van Nieuw Oost-Indië 214 wonen. Het pand, begane grond met twee verdiepingen en zolder met dakkapel, werd in 1909 gebouwd. Bordewijk had de beschikking over een voortuintje en een royale achtertuin. Verder twee kamers en een keuken beneden en drie kamers op één hoog.
Bordewijk is vooral bekend van de romans Blokken (1931), Bint (1934), en Karakter (1938). Hij begon zijn literaire carrière aan de Laan van Nieuw Oost-Indië in november 1916 als dichter met de bundel Paddestoelen,
De schrijver woonde zeven jaar op de Laan van Nieuw Oost-Indië en vertrok in 1921 naar een nieuwbouwpand aan de Schenkkade 219 . Bordewijk overleed in 1965 en ligt begraven op begrafplaats Oud Eik en Duinen.
![]() |
Het Nederlandsch Sportpark in 1898. |
![]() |
De laan in 1905 vanaf de Theresiastraat naar de Bezuidenhoutseweg. |
![]() |
De Laan van Nieuw Oost-Indië op de hoek met de Theresiastraat gefotografeerd in 1909. In de verte ligt de Bezuidenhoutseweg. |
![]() |
Na de grote storm van 30 september 1911 waren veel van de oude bomen omgewaaid. Op deze foto uit 1913 is de nieuwe aanplant te zien. |
![]() |
De Laan van Nieuw Oost-Indië in de buurt van de Willem van Outhoornstraat in 1911. |
![]() |
In 1904 vestigde een Peugeotdealer zich aan het einde van de Laan van Nieuw Oost-Indië. |
![]() |
De tol aan de Laan van Nieuw Oost-Indië gezien vanaf de Voorburgse kant. Deze foto werd in 1927 genomen. |
![]() |
Op deze foto uit 1936 is de oude Tol afgebroken en is de weg sterk verbreed. |
![]() |
Op deze plek op huisnummer 285 stond tot de bebouwing rond de Tol. Vanaf 1936 bevindt zich hier een benzinestation. |
![]() |
De kruising van de Schenkkade en de Laan van Nieuw Oost-Indië vormde tot 16 juli 1907 de grens tussen Den Haag en Voorburg. Hier stond tot 1928 het Tolhuis. |